Mag een werknemer vakantiedagen afkopen?
Het is mogelijk bij schriftelijke overeenkomst overeen te komen dat de werknemer de tijdens de arbeidsovereenkomst niet-genoten bovenwettelijke vakantiedagen mag verkopen. Werknemer noch werkgever kunnen elkaar verplichten tot afkoop van bovenwettelijke vakantiedagen. Partijen zullen beide moeten instemmen.
De afkoopmogelijkheid is bewust beperkt tot de bovenwettelijke vakantiedagen. Als werkgever ben je verplicht om de werknemer in elk geval in staat te stellen om het aantal wettelijke vakantiedagen ook daadwerkelijk als vakantie op te kunnen nemen en rust te nemen, te herstellen en op te laden. Het afkopen van deze wettelijke vakantiedagen is dan ook niet toegestaan tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst. Alleen bij het einde van de arbeidsovereenkomst kunnen deze wettelijke vakantiedagen worden afgekocht.
In de cao OB 2024-2026 is in hoofdstuk 6 een regeling Persoonlijk Keuzebudget (PKB) opgenomen op grond waarvan de werknemer een aantal arbeidsvoorwaarden tegen elkaar kan inwisselen. Een daarvan is de tijdbron ‘bovenwettelijke vakantie-uren’. Die bron kan onder voorwaarden worden ingezet voor een onbelaste vergoeding voor (een deel van) de reiskosten voor woon-werkverkeer, die niet al op basis van artikel 3 van hoofdstuk 5 cao OB 2024-2026 worden vergoed.
