Ga door naar hoofdcontent
Hoe moet je met compensatie-opbouw uren (en opname) omgaan in het licht van de jaarurensystematiek? Een aantal bibliotheken werkt nu met een compensatiekaart om dit te registreren. Komt zo’n kaart dan te vervallen?

Hoe moet je met compensatie-opbouw uren (en opname) omgaan in het licht van de jaarurensystematiek? Een aantal bibliotheken werkt nu met een compensatiekaart om dit te registreren. Komt zo’n kaart dan te vervallen?

Een ‘compensatiekaart’ paste in de oude systematiek met een weekrooster. Het gaat uit van de gedachte dat je in een bepaalde week extra gewerkte uren registreert/‘declareert’ en op een later moment (bijvoorbeeld in de daaropvolgende week) in tijd compenseert.
In de jaarurensystematiek past de compensatiekaart niet. De bedoeling van de flexibele jaarurensystematiek is juist werkaanbod en arbeidsaanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De uren die worden ingeroosterd en gewerkt kunnen per dag, week en maand verschillen. Het totaal aantal uren over de gehele referteperiode komt in beginsel overeen met de individuele netto jaarurennorm.

Alle werknemers hebben een individueel jaarrooster. Onder meer de in de referteperiode te werken en gewerkte uren moeten goed worden geregistreerd in een met de ondernemingsraad (or) overeen te komen registratiesysteem. Werkgever en werknemer monitoren conform artikel 3 lid 11 van hoofdstuk 7, cao OB gedurende de referteperiode de door de werknemer gewerkte uren. Tenminste iedere vier maanden genereert de werkgever een overzicht. Op basis daarvan kunnen de leidinggevende en werknemer de in de rest van de referteperiode te werken uren indelen. Aan het einde van de referteperiode kan conform artikel 3 lid 12 van hoofdstuk cao OB 2024-2026 per werknemer precies worden vastgesteld hoeveel uur hij in de referteperiode heeft gewerkt en hoe zich dat verhoudt tot de jaarurennorm van die werknemer. Dan blijkt vanzelf of sprake is van plusuren, die in de daaropvolgende zes maanden in tijd moeten worden gecompenseerd. Of als dat niet of slechts ten dele mogelijk is en/of het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, de werkgever de resterende plusuren aan de werknemer uitbetaalt. Als bij het einde van de referteperiode sprake is van minuren worden die kwijtgescholden. Reden temeer om goed te registreren en te monitoren.

Compensatiekaarten kunnen dus vervallen in het kader van de jaarurensystematiek.