Ga door naar hoofdcontent
Hoe bereken je de bruto en netto jaaruren bij een in- of uitdiensttreding gedurende het jaar/ gedurende de maand?

Hoe bereken je de bruto en netto jaaruren bij een in- of uitdiensttreding gedurende het jaar/ gedurende de maand?

Relevant is of de werknemer in- of uit dienst treedt gedurende de referteperiode van twaalf maanden. Dat is mede afhankelijk van de startdatum en einddatum die de werkgever met de werknemer afspreekt en of die is gekoppeld aan een referteperiode die geldt voor de gehele of een deel van de organisatie (bijvoorbeeld voor bepaalde functiegroepen).

Is dat een kalenderjaar, een referteperiode die start bij een nieuw schooljaar of een andere maatstaf?
In de cao OB 2024-2026 is niet expliciet geregeld hoe de bruto en netto jaarurennorm moet worden berekend bij werknemers die gedurende de referteperiode in- of uit dienst treden.

Als de referteperiode voor alle werknemers in de organisatie start op 1 januari en eindigt op 31 december van een kalenderjaar, kan je met een nieuwe werknemer afspreken dat de referteperiode de eerste maal korter is dan twaalf maanden en loopt tot en met 31 december. De bruto- en netto jaarurennorm wordt dan naar rato berekend. In het kalenderjaar dat daarop volgt geldt met ingang van 1 januari voor de werknemer de reguliere referteperiode in de organisatie van twaalf maanden.

Als de werknemer gedurende zijn referteperiode uit dienst treedt moet een herberekening worden gemaakt van zijn jaarurennorm over de periode vanaf startdatum lopende referteperiode tot en met de laatste dag van de arbeidsovereenkomst.


Voorbeeld:
De referteperiode in de organisatie loopt voor alle werknemers van 1 januari tot en met 31
december. Een werknemer die op 1 juni parttime in dienst treedt voor 75% heeft een netto
jaarurennorm van 75/100 x 1649 = 1236,75 uur per jaar en eenmalig in het jaar van
indiensttreding een netto jaarurennorm van 7/12 x 1236,75 = 721,44 uur.