Het Gerechtshof heeft bepaald dat een weigerachtige werknemer zijn/haar recht op loon volledig verliest en dus niet alleen over de uren waarop deze de passende arbeid had moeten verrichten.
In de zaak had de bedrijfsarts bij herhaling in een re-integratieadvies aangegeven dat een zieke werknemer weer geleidelijk via passende werkzaamheden kon re-integreren in het arbeidsproces. Eerst voor enkele uren per week, daarna wekelijks uit te breiden met een uur. Het UWV had daarna een deskundigenoordeel gegeven, dat met het advies van de bedrijfsarts overeenstemde. Ondanks deze adviezen en het deskundigenoordeel bleef de werknemer weigeren de passende arbeid te verrichten. Na de werknemer eerst te hebben gewaarschuwd, heeft de werkgever vervolgens de loondoorbetaling volledig stopgezet.
De werknemer was het hier niet mee eens en legde de kwestie aan de rechter voor. De kern van het geschil was de vraag of de werkgever in zo’n geval de loondoorbetaling volledig mag stopzetten of alleen over de uren waarop de werknemer passende werkzaamheden had kunnen verrichten.
Op grond van de wet (artikel 7:629 lid 3 BW) mag een werkgever de loondoorbetaling onder meer stopzetten als een werknemer zonder een deugdelijke reden niet meewerkt aan re-integratie. Het Gerechtshof overwoog dat de sanctie van loonstopzetting als doel heeft de werknemer te prikkelen te gaan werken om zodoende weer zo snel mogelijk volledig hersteld te zijn.
Ook overwoog het Gerechtshof dat een volledige beëindiging van de loondoorbetaling onredelijk zou kunnen zijn, bijvoorbeeld als de werknemer slechts een geringe overtreding zou hebben begaan. Van zo’n geringe overtreding was hier naar het oordeel van het Gerechtshof echter geen sprake; de werkgever had daarom het recht de doorbetaling van het volledige loon stop te zetten.