Uitgangspunt is het cijfermateriaal over 2013 en de jaren daarvoor. De ontwikkelingen die de VOB beschrijft gaan over leden en gebruikers, bibliotheekgebruik, organisaties en vestigingen, collecties en uitleningen, bedrijfsvoering en personeel en vrijwilligers in de periode tussen 2010 en 2013.
Verder gebruikt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze gegevens als bron voor de landelijke statistiek openbare bibliotheken, gepubliceerd op Statline.
Leden en gebruik
Tot 2010 was ongeveer de helft van de leden van de openbare bibliotheken jeugd tot 18 jaar, de andere helft betrof volwassenen vanaf 18 jaar. De laatste jaren is een langzame daling waarneembaar van het totaal aantal leden: van 3,9 miljoen in 2010 naar 3,8 miljoen leden in 2013. Die daling betreft voornamelijk volwassenen. Het aantal jeugdleden blijft nagenoeg gelijk en stijgt zelfs de laatste drie jaar. Inmiddels naar 66% van alle jeugd tot 18 jaar in 2013 met totaal 2,230 miljoen jeugdleden.
In 2013 werden bijna 100 miljoen bezoeken gebracht aan de Bibliotheek; 60 miljoen fysieke bezoeken en 33 miljoen digitale bezoeken. Bekijk meer op Ontwikkelingen en trends/Leden en gebruikers en Ontwikkelingen en trends/Bibliotheekgebruik.
Fysieke en digitale diensten
De transformatie waardoor de bibliotheek steeds meer digitale diensten aanbiedt, zet door. We zien een afname in gebruik van papieren boeken en toename van gebruik digitale content. Het aanbod van Bibliotheek.nl wordt elk jaar groter, het lenen van e-books, en ook het gebruik van digitale referentiebestanden en digitale services, trainingen en cursussen stijgt. Bibliotheken leenden in 2014 2,5 miljoen e-books uit. Bekijk meer op Ontwikkelingen en trends/Collecties en uitleningen.
Vestigingen
De verschijningsvorm van de bibliotheek verandert in rap tempo. De zelfstandige vestigingen in wijken en kleine kernen worden vervangen door afhaalpunten, en de Bibliotheek op school. Deze laatste richt zich primair op de grootste gebruikersgroep van de bibliotheek, de jeugd onder de 18. De Bibliotheek op schoolvoorzieningen zijn over het algemeen geen voorziening voor het algemeen publiek. Bekijk meer op Ontwikkelingen en trends/Organisaties.
Personeel en vrijwilligers
De afgelopen vier jaar is een daling van het personeelsbestand waarneembaar. Het totaal aantal werknemers daalde met 25 % sinds 2010, het aantal fulltimers met 21 % en het aantal parttimers met 26 %. Het aantal arbeidsjaren nam af met 23 %. In 2013 was de verhouding tussen vrouwen en mannen in de branche: 85 % vrouw en 15 % man.
De VOB en CBS beschikken alleen over kwantitatieve gegevens. Een verklaring voor de cijfers vraagt nader onderzoek:
- KB (gestart door SIOB) doet op dit moment onderzoek naar de effecten van bezuinigingen. Dat onderzoeksrapport verschijnt in het 1e kwartaal van 2015.
- De VOB heeft aan de Stichting Bibliotheekwerk gevraagd om de veranderingen in het personeelsbestand verder te onderzoeken.
Er kunnen een aantal aannames gedaan worden maar deze vragen zoals gezegd meer onderzoek. De aannames zijn dat er wordt bezuinigd op bibliotheken en dat heeft effect op alle grote uitgavenposten van de bibliotheek. Er is een enorme transitie in vestigingsvormen gaande. Personeel als grootste post op de begroting (45%) zal ook effecten van bezuinigingen ondervinden. Tevens is de uitstroom van personeel door vergrijzing en het niet vervangen ervan een mogelijke factor.
Er is een toename van de hoeveelheid vrijwilligers in de bibliotheken. Tussen 2010 en 2013 verdubbelde dit bijna.
Bekijk meer op Ontwikkelingen en trends/Personeel en vrijwilligers.
Bedrijfsvoering
Bibliotheken hebben twee belangrijke bronnen van inkomsten namelijk gemeentelijke subsidie en eigen inkomsten. De gemeentelijk subsidie is de afgelopen vier jaar gedaald van in totaal 457,8 miljoen in 2010 naar 438,4 miljoen in 2013, een daling van ruim 19 miljoen (5,7 %). De eigen inkomsten van bibliotheken zijn gedaald van 71,8 miljoen in 2010 naar 67,6 miljoen in 2013, een daling van 4,2 miljoen (5,8 %).
Bibliotheken maken kosten voor huisvesting, personeel, administratie / automatisering, media en overige kosten. De kosten voor huisvesting zijn gedaald, van 131,9 miljoen in 2012 naar 127,5 miljoen in 2013. Eveneens zijn de kosten voor personeel gedaald, van 266,6 miljoen in 2012 naar 256,1 miljoen in 2013, een daling van 10,5 miljoen (4 %). Bekijk meer op Ontwikkelingen en trends/Bedrijfsvoering.