Beste Marjan,
Met veel belangstelling las ik je column op 21 december in het AD. Ik begrijp je hartekreet. De bibliotheken hebben net als de Stichting Leenrecht gepleit bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor onafhankelijk onderzoek naar de kwestie. Er is verschil van inzicht over bibliotheken op scholen en leenrecht. We willen heel graag dat dit goed wordt uitgezocht.
Het onderwijs is op initiatief van het ministerie van OCW vrijgesteld van leenrecht (dit is opgenomen in de Auteurswet). De Bibliotheek op School is met steun van het ministerie van OCW in het kader van leesbevordering opgezet. Dat de samenwerking van onderwijs en bibliotheken de laatste jaren intensiever is geworden, betekent dat er helderheid moet komen over het wettelijk kader en de ontwikkelingen in de samenleving.
Een deel van het onderzoek is al gedaan. Omdat er een paar dingen nog verder uitgezocht moeten worden, is er een vervolgonderzoek gestart.
In het eerste rapport (nog niet gepubliceerd) hebben de onderzoekers wel al geconcludeerd dat uitleningen in het algemeen dalen. Tussen 2006 en 2015 met 44%. Openbare bibliotheken betalen op jaarbasis bijna €12 miljoen aan leenrechtvergoedingen. Geen gering bedrag. En ja, dat bedrag loopt terug omdat de mensen minder lezen. De samenwerking met het onderwijs is de afgelopen 5 jaar van de grond gekomen en die samenwerking kent vele vormen. Het onderzoek moet inzicht geven in wat de consequenties zijn voor leenrechtafdracht.
In het eerder genoemde rapport is een hypothese geformuleerd over de samenwerking tussen bibliotheken en scholen. In deze aanname komen de onderzoekers uit op een daling van 6% op leenrechtplichtige uitleningen als gevolg van de samenwerking met scholen via De Bibliotheek op school. Men rekent met een daling van zo’n 611.000 uitleningen. De 20 miljoen uitleningen die de Stichting Leenrecht heeft becijferd kunnen door de onderzoekers niet hard worden gemaakt. Die onderzoekers zijn overigens niet de eersten de besten. Ecorys en Ivir van de Universiteit van Amsterdam buigen zich hierover. Degelijk, onafhankelijk én serieus onderzoek van gedegen onderzoeksorganisaties. In Bibliotheekblad is ook al gepubliceerd over de verschillen in de cijfers. Het is heel lastig om de daling eenduidig toe te schrijven.
In het algemeen blijkt uit het rapport dat bibliotheken te goeder trouw handelen en dat er niet moedwillig wordt geprobeerd om onder het leenrecht uit te komen. Verder lezen wij in het onderzoeksrapport dat de terugloop in leenrechtgelden slechts zeer beperkt is toe te schrijven aan De Bibliotheek op School en voor een groot deel is te verklaren uit autonome ontwikkelingen zoals de versobering van het bibliotheeknetwerk, digitalisering van de samenleving en de transformatie van de bibliotheek. De twee laatste ontwikkelingen zijn van grote invloed op de wijze waarop de bibliotheek wordt gebruikt, en daarmee op de hoeveelheid uitleningen.
Je neemt het me vast niet kwalijk dat ik reageer op je stuk wat onder de titel ‘Diefstal‘ verscheen in het AD op 21 december 2016. Bibliotheken stelen niet. Bibliotheken betalen de leenrechtvergoedingen graag omdat bibliotheken belang hebben bij een florerende boekenmarkt waar schrijvers, illustratoren, redacteuren en uitgevers een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen. Bibliotheken maken lezen leuk en doen dat van jongs af aan. Kinderen die plezier hebben in lezen, zullen eerder opgroeien tot boekenkopers dan kinderen die dat niet jong leren. Laten we dat vooral niet uit het oog verliezen.
Francien van Bohemen