Lees verder
Bijna een kwart van de Nederlandse 15-jarigen leest niet op het niveau dat nodig is om goed te kunnen functioneren op school of in de maatschappij.

Dat blijkt uit het driejaarlijkse internationale PISA-onderzoek.

Alleen als het echt moet

60% van de Nederlandse jongeren zegt alleen te lezen als het echt moet, bijvoorbeeld om informatie te vinden. Bijna de helft vindt lezen tijdverspilling en voor 20% van de 15-jarigen is lezen een hobby. Bijna een kwart van de leerlingen leest niet op het niveau dat nodig is om goed te kunnen functioneren op school of in de maatschappij. In vergelijking met de leerlingen in de 15 Eu-landen zijn Nederlandse leerlingen goed in het opzoeken van informatie, maar hebben ze moeite met het evalueren van de kwaliteit en geloofwaardigheid van teksten en met het reflecteren op teksten. Voor het eerst scoren Nederlandse leerlingen lager op leesvaardigheid dan in de 15 EU-landen. Aan het onderzoek deden 600.000 tieners mee.

Ministers roepen op tot leesoffensief

Ministers Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) roepen op tot een leesoffensief. Daarin volgen zij het advies ‘Lees! Een oproep tot een leesoffensief’ van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur. De leesmotivatie en –plezier van leerlingen daalt en dat heeft invloed op de leesvaardigheid. Die trend willen de ministers van onderwijs keren met een offensief, als aanvulling op andere bestaande manieren om lezen te stimuleren. Het doel van het offensief is voorlezen en lezen onder jongeren stimuleren. Geholpen door de aanbevelingen van de raden, willen de ministers dat er op vier punten extra inspanning gepleegd wordt:

1. Leesplezier en leesmotivatie als onderdeel van het curriculum
2. Een actie-agenda voor een krachtiger en meer samenhangende leesaanpak
3. De belangrijke rol van bibliotheken
4. Een breder en diverser aanbod van jeugdboeken

Belangrijke rol van bibliotheken

Over de belangrijke rol van bibliotheken schrijven de ministers het volgende: De raden adviseren om bibliotheken en gemeenten te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Op dit moment is de evaluatie van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (Wsob) in de afrondende fase. De evaluatie kijkt onder andere hoe bibliotheken invulling geven aan hun leesbevorderende taak. De aandachtspunten van de raden worden bij de evaluatie betrokken. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal in de beleidsreactie expliciet terugkomen op het onderwerp leesbevordering.

“Nieuwe werelden ontdekken, avonturen beleven die je in het echt nooit zou meemaken en een kijkje geven in de gedachten van mensen die heel anders zijn dan jij. Lezen is prachtig! We gaan er alles aan doen om jongeren daar achter te laten komen. Daarvoor ligt er ook een rol voor ouders. Lees je kind voor!” – Minister Ingrid van Engelshoven

Over PISA

PISA staat voor Programme for International Student Assessment. Het PISA-onderzoek is een grootschalig internationaal vergelijkend trendonderzoek naar de wijze waarop 15-jarigen worden voorbereid op het functioneren als mondige burger in de huidige kennismaatschappij. Voor het onderzoek worden elke drie jaar honderdduizenden 15-jarigen in 79 landen getoetst op drie gebieden: lezen, wiskunde en natuurwetenschappen. Per peiling ligt de nadruk op één van deze drie domeinen; voor PISA 2018 is dat leesvaardigheid.

Media

Het nieuws werd op 3 december 2019 ruimschoots opgepikt door diverse media. Hieronder een kort overzicht:

NPO Radio 1 | ‘Leesvaardigheid Nederlandse jongeren voor het eerst ondergemiddeld

NOS | ‘Leesvaardigheid en leesplezier Nederlandse scholieren afgenomen

Trouw | ‘Een boek lezen? Pure tijdverspilling, vinden Nederlandse jongeren

De Volkskrant | ‘Nederlandse tieners scoren steeds slechter op leesvaardigheid

RTL Nieuws | ‘Nederlandse schoolprestaties gaan steeds verder achteruit