Algemene Rekenkamer onderschrijft belangrijke sociaal-maatschappelijke functie Informatiepunten Digitale Overheid
Vrijdag 19 mei 2023De Algemene Rekenkamer is positief over de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s) en het resultaat dat, deels tijdens de coronaperiode, is bereikt. Zo is te lezen in het Verantwoordingsonderzoek 2022 dat op 17 mei is gepubliceerd. Maar de Rekenkamer is kritisch op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de onderbouwing van zowel het beleid als de financiering.
Er is een landelijk dekkend netwerk van IDO’s gerealiseerd. Getrainde medewerkers van de IDO’s hebben voor bezoekers een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie. Zij bieden persoonlijke hulp en een luisterend oor. Via landelijke marketingcampagnes zijn de IDO’s bij een miljoenenpubliek onder de aandacht gebracht. Er is nog wel winst te halen in het bereiken van een grotere doelgroep.
Matige onderbouwing van beleid en financiering
De Rekenkamer is kritisch op het ministerie van BZK. De beleidsdoelen zijn de afgelopen jaren niet consistent geformuleerd en onvoldoende concreet gemaakt. Daardoor sluiten ze niet goed aan bij de manier waarop de IDO’s zijn vormgegeven en bij de bevoegdheden van IDO-medewerkers, aldus de Rekenkamer. Vanaf 2022 zijn de beleidsdoelen van de IDO’s verbreed, zonder dat dit is gebaseerd op (wetenschappelijk) onderzoek over digitale inclusie, behoefteonderzoek of ervaringen uit de praktijk. De Rekenkamer vindt het daarnaast zorgelijk dat de financiering van de IDO’s onvoldoende is onderbouwd.
Bibliotheekbranche herkent de conclusies uit het rapport
Klaas Gravesteijn, directeur Vereniging van Openbare Bibliotheken: “Wij herkennen het beeld uit het Verantwoordingsonderzoek en benadrukken de noodzaak om burgers, bibliotheken, gemeente en (lokale) samenwerkingspartners beter te betrekken bij de beleidsontwikkeling. In de praktijk zien wij daarnaast dat het budget voor de IDO’s op veel plekken niet toereikend is. Doordat daarnaast de Rijksfinanciering niet wordt geïndexeerd, maar de kosten lokaal wel stijgen, wordt dit tekort de komende jaren groter. Dit staat in schril contrast met de ambitie dat we gezamenlijk juist méér mensen willen bereiken.”
Breng doelgroepen beter in zicht
De Rekenkamer stelt vast dat de staatssecretaris geen onderzoek heeft gedaan naar problemen waar de burgers mee te maken hebben en welke ondersteuning daarbij past. De digivaardigheid van burgers uit de omvangrijke doelgroep verschilt namelijk. Dit geldt ook voor de mogelijkheid van burgers om digivaardig te worden. De Rekenkamer noemt het noodzakelijk dat de staatssecretaris de ondersteuningsbehoeften van verschillende subgroepen actief betrekt in de doorontwikkeling van de IDO’s. De staatssecretaris heeft in de reactie op het rapport toegezegd om hiermee aan de slag te gaan.
Maak overheidsdienstverlening gemakkelijker
De staatssecretaris presenteert de problemen met de digitale overheid als een probleem van de individuele burger. In feite gaat het hier om een overheidsprobleem: een overheid die dienstverlening ontwerpt die voor grote groepen in de samenleving onvoldoende duidelijk en toegankelijk is, aldus de Rekenkamer. De onderzoekers benadrukken dat het kleiner maken van de digitale kloof tussen burger en overheid vraagt om het vergroten van de mogelijkheden van burgers om zelf of met passende hulp digitaal zaken te regelen. Het makkelijk maken van overheidsdienstverlening is hiervoor de basis.
Bekijk hier het gehele rapport.