Anne van den Dool
Anne van den Dool is onder andere onderzoeksredacteur bij de KB. Voor meer informatie ga naar annevandendool.nl.
Hoe voeren bibliotheken hun taken uit in het gebied waarin en waarvoor zij werkzaam zijn? Bij welke kernfuncties liggen hun kansen en hun uitdagingen? En hoe zouden we het bibliotheekveld nog beter kunnen inrichten om die functies optimaal te vervullen? In deze serie interviews nodigt Anne van den Dool (KB) bibliotheekdirecteuren uit met een frisse blik te kijken naar de sector en haar taken.
De Bibliotheek Altena kent een rijke fusiegeschiedenis. ‘Tot 2019 werkten we voor drie gemeenten,’ vertelt directeur Marian van der Wal. ‘De bibliotheken werden al in 2012 in één organisatie ondergebracht. Twee jaar later kwam daar ook het CultuurPunt bij, dat al in twee van de drie gemeenten actief was.’
En zo bedient de bibliotheekorganisatie nu een zeer landelijk gebied, dat qua oppervlakte de grootste gemeente van Brabant mag heten, maar qua inwoners bescheiden blijft. De 56 duizend inwoners zijn verspreid over 21 kernen, waarvan er 13 over een bibliotheekvestiging of servicepunt beschikken. ‘De verschillen tussen die kernen is behoorlijk groot,’ legt Van der Wal uit. ‘Daar zitten relatief grote en kleine kernen bij, die soms over een volwaardige vestiging beschikken, en soms over een uitgebreid haal- en brengpunt.’
Overeenkomstig zijn ze in hun huisvesting: geen enkele van de vestigingen is nog zelfstandig. ‘We zitten op allerlei plekken: in dorpshuizen, brede scholen en multifunctionele accommodaties,’ aldus Van der Wal. ‘De coronacrisis heeft ons doen realiseren dat we meer met deze buren willen samenwerken. We hebben de afgelopen tijd veel afspraken met hen moeten maken en hebben gezien welke gezamenlijke pijn we leden. Dat heeft voor verbroedering gezorgd.’
Want het was een zware tijd: de bibliotheek verloor flink wat leden. ‘Men begreep niet waarom we niet open waren,’ herinnert Van der Wal zich. ‘En nog steeds zijn we niet overal geopend: sommige servicepunten die in scholen gevestigd zijn, openen pas in september weer hun deuren. Met name in het begin waren bezoekers soms teleurgesteld, maar nu het aantal besmettingen oploopt, zien we het tij keren: nu is men dankbaar dat we zo zorgvuldig te werk gaan.’
Altena kent een grote verscheidenheid in leenvoorkeuren – mede dankzij de Biblebelt die dwars door het werkgebied loopt. ‘Een deel van onze leners is behoorlijk protestants en een deel niet,’ weet Van der Wal. ‘Maar tijdens de crisis reageerde men allemaal even hartverwarmend op onze alternatieve dienstverlening: onze verrassingstasjes en telefoontjes naar ouderen leverden liefdevolle reacties op.’
Die verrassingspakketten gaven een positieve impuls aan het lezen als kernfunctie, zag Van der Wal. ‘Men besefte opeens weer hoe belangrijk de bibliotheek is als toevoer van leesmateriaal. Dat gevoel moeten we vasthouden.’
De crisis heeft meer moois voortgebracht. Van der Wal: ‘Voorheen hadden we veel onbezette servicepunten. Op twee andere vestigingen werkten we alleen met vrijwilligers. Op dit moment staan in onze locaties enkel medewerkers. Dat is niet goed voor de personeelskosten, maar zorgt wel voor een stuk directer contact met onze bezoekers. Ik ga graag met de gemeente in gesprek over de mogelijkheid onze afspraken over de personele bezetting aan te passen. Voorheen was de afspraak: alleen facilitaire zaken los je op met betaalde krachten. Daarop is onze subsidie gebaseerd. Nu zien we hoe belangrijk het contact met de bezoeker is om onze dienstverlening op een passende manier te kunnen vormgeven. Het ter beschikking stellen van kennis en informatie valt of staat met het aanspreken van mensen en het wijzen van bezoekers op de mogelijkheden die wij als bibliotheek hebben.’
Van der Wal merkt dat die functie tijdens de crisis is gemist. ‘We hebben nu meer bezoekers aan onze digitale spreekuren dan voorheen. Men heeft zich gerealiseerd hoe belangrijk het is digitaal vaardig te zijn. Men kreeg meer e-mails die men niet snapte, veel informatie over het virus was alleen online te vinden en afspraken werden meer dan ooit digitaal gemaakt.’
In de afgelopen jaren is de Bibliotheek CultuurPuntAltena sterk gekrompen. ‘In 2017 en 2018 hebben we een flink aantal vestigingen moeten sluiten. Op die plekken zijn servicepunten gekomen, waarvan we er vervolgens meer hebben opgericht,’ vertelt Van der Wal. ‘Het liefst zouden we in iedere kern een volwaardige bibliotheekvestiging willen, maar dat valt niet te bemensen en te betalen. In de grotere kernen hebben onze vestigingen wel een ontmoetingsfunctie; bijvoorbeeld met een leestafel of een uitgebreidere collectie voor nul- tot vierjarigen. Zo’n servicepunt heeft ook een voordeel: doordat we zo klein zijn, werken we ontzettend veel samen met andere organisaties. We kennen de dorpskern en de mensen, daardoor kunnen we goed inspelen op wat er gelezen wordt. Bovendien was er in sommige gevallen eerst nog geen bibliotheek en nu wel, dus de mensen zijn blij dat we er zijn.’
Op geen enkele plek kan alleen worden gehaald en gebracht, benadrukt Van der Wal. ‘Altijd is er een spreekuur, waarop een medewerker als aanspreekpunt dient. We zijn geen FEBO: we zijn onderdeel van de gemeenschap.’
Voor de fusie waren de verschillende gemeenten heel wisselend in hun bijdrage. Dat is sinds 2019 niet plotseling rechtgetrokken, weet Van der Wal te vertellen: ‘De subsidie is nog niet geharmoniseerd. Bovendien indexeerde de ene gemeente wel en de andere twee niet. We waren net bezig die slag te slaan toen de coronacrisis aanklopte. Daardoor komt dat proces nu helaas op een lager pitje te staan. Ik had liever gewild dat we de mooie resultaten van vorig jaar hadden kunnen doortrekken. Dan hadden we nu sterker in de gesprekken gestaan.’
Want waar genoeg andere bibliotheken in Nederland te maken hebben met een krimpend afzetgebied, groeit in de gemeente Altena de bevolking alleen maar. ‘De gezinnen zijn hier groter dan gemiddeld,’ weet Van der Wal. ‘Wat het ons soms lastig maakt, is dat veel kerken een eigen bibliotheek hebben. Gelukkig is men vaak ook bij ons lid – zij het soms slapend. Met onze telefoontjes tijdens de crisis hebben we die hopelijk wakker weten te schudden.’
Waar de openbare bibliotheek ooit door gelovigen geweerd werd, bang als men was voor de heidense boeken die er mogelijk te vinden waren, wordt de bibliotheek nu door de gemeente omarmd. ‘Natuurlijk houden we bij de samenstelling van onze collectie en ons programma wel rekening met de religieuze achtergrond van ons werkgebied,’ aldus Van der Wal. ‘We doen bijvoorbeeld niet alleen mee aan de Kinderboekenweek, maar ook aan de Christelijke Kinderboekenmaand. Op reformatorische scholen leveren we aangepaste boekencollecties. Dat is de manier waarop wij maatwerk leveren.’
Toch blijft het soms een uitdaging alle verschillende stromingen te bedienen. ‘Soms kiezen we voor de gulden middenweg, soms leveren we maatwerk,’ vertelt Van der Wal. ‘Wanneer we bijvoorbeeld een poster voor de scholen ontwerpen, kunnen we daar in sommige gevallen beter geen magiërs op zetten, terwijl dat bij andere scholen juist heel goed valt. We kiezen dan voor één neutraal ontwerp of voor meerdere varianten. Ook onze schrijversbezoeken kiezen we heel gericht.’
Dat vindt Van der Wal het mooie aan de bibliotheek: ‘Je kunt de hele samenleving bedienen. De bibliotheek is niet meer hetzelfde als vroeger, toen je als je een willekeurige vestiging binnenliep wist wat je te wachten stond. Alles ging overal min of meer op dezelfde manier. Nu zijn de onderlinge verschillen veel groter, juist omdat we onze afzetgebieden zoveel beter bedienen. We zijn steeds beter toegespitst op onze omgeving.’
Reacties