Anne van den Dool
Anne van den Dool is onder andere onderzoeksredacteur bij de KB. Voor meer informatie ga naar annevandendool.nl.
Eerder dit jaar ontvingen bibliotheken door het hele land subsidie in het kader van het Leesoffensief. Met dit geld kunnen zij aan de slag om kinderen en jongeren aan het lezen te krijgen. In Vlaardingen zetten ze dat in om een Taalhuis speciaal voor jongeren in te richten: Taalenthuis.
De bibliotheek heeft aanbod voor alle doelgroepen: van het BoekStart koffertje voor pasgeborenen tot digivaardigheidscursussen voor senioren. Maar een Taalhuis dat specifiek op jongeren gericht is, dat kennen we in bibliotheekland nog maar nauwelijks.
‘Voor deze leeftijdsgroep hebben we op taalgebied nog maar weinig te beiden,’ ziet Jolanda Verbraak, domeinspecialist educatie bij Bibliotheek de Plataan. ‘We kennen allemaal de verontrustende resultaten van de PISA-onderzoeken die de afgelopen jaren werden gepubliceerd, waarin we kunnen lezen dat 25% van de Nederlandse 15-jarigen met een taalachterstand de middelbare school verlaat. Ook andere organisaties vragen ons: kan de bibliotheek daar niet iets in betekenen?’
Ze besloten een project op te zetten, Taalenthuis getiteld, waarvoor ze financiering ontvingen in het kader van het Leesoffensief. Inmiddels is een projectleider geworven en worden de eerste plannen gemaakt om het project ook naar Maassluis uit te breiden. ‘We richten ons op de doelgroep van negen tot achttien jaar,’ legt Verbraak uit. ‘Omdat er een groot verschil zit tussen een kind van elf en een jongere van zeventien, maken we onderscheid tussen een oudere en een jongere groep.’
Verbraak is onderdeel van de projectgroep, waarvan de leden de afgelopen maanden zijn opgetreden als kwartiermakers. ‘We zijn in gesprek gegaan met scholen en jongerenwerkers. We moeten het niet zelf gaan verzinnen, concludeerden we al snel: jongeren kunnen zelf veel beter bedenken waardoor ze zich aangesproken voelen. We hebben gesprekken gevoerd met leerlingen van vmbo-brugklassen en met anderstalige leerlingen van een internationale middelbare school. Bij hen ligt de eerste twee jaar extra focus op de taal, voordat ze kunnen doorstromen naar het regulier onderwijs. Hun ideeën gaan we nu vertalen naar allerlei activiteiten: zij dachten bijvoorbeeld aan combinaties met sport, muziek en ‘spoken word’.’
Ook Verbraak ziet dat veel bibliotheken het ontwikkelen van aanbod voor jongeren spannend vinden. ‘Hoe trek je deze doelgroep naar de bibliotheek, is vaak de vraag. Wij richten ons daarom op camouflageaanbod: we hopen ze binnen te krijgen met het ene en ze vervolgens te verleiden tot het andere, zoals het werken aan hun taalvaardigheden. We doen dit vanuit de gezinsaanpak: een taalvaardig gezin creëer je alleen door alle leeftijden bij je plannen te betrekken.’
Het Taalhuis voor jongeren werd op 10 november gelanceerd, tijdens de Vlaardingse Week voor Lezen en Schrijven. ‘We zijn nu een groep ambassadeurs aan het verzamelen die hopelijk wil meedenken over de PR en de invulling. We zien een groot verschil in motivatie tussen de vmbo’ers en internationale leerlingen. Die laatste willen het liefst elke dag meedoen aan activiteiten. Zij willen ook graag in gesprek over hun interesses. Sommigen zijn enorm geïnteresseerd in politiek en geschiedenis. Maar ook toegankelijke onderwerpen die hen allemaal aangaan: hoe is het om volwassen te worden en op je eigen benen te gaan staan?’
Het plan is niet alleen in groepen te gaan werken, maar om ook vrijwilligers te werven die als taalmaatje één op één met de jongeren in gesprek willen gaan. ‘Ze willen aan de hand genomen worden,’ ziet Verbraak, ‘het liefst door mensen die iets ouder zijn dan zij. Daarvoor werven we bijvoorbeeld jongvolwassenen die op zoek zijn naar een maatschappelijke stage.’
Boven alles gaat het er volgens Verbraak om dat je je aanbod afstemt op de hulpvraag. ‘We moeten hen vragen: waarmee kunnen we jullie het beste helpen en op welke tijdstippen? Op school, in de bibliotheek of elders, doordeweeks buiten schooltijd of liever in het weekend? Alleen zo bereiken we hen echt.’
Ook het onderwijs is enthousiast over het project. ‘Dat wordt voor ons hopelijk een toeleider. Scholen hebben weinig tijd om aan spreekvaardigheden te werken. Als je kinderen in een Taalcafé met elkaar kunt laten praten, is dat al enorme winst.’
Soms gebeurde dat op kleinere schaal al bij het Taalcafé voor volwassenen. Met name tijdens de vakantieperiodes nemen ouders hun kinderen soms mee. ‘Zij vragen regelmatig of er ook een speciaal aanbod is voor hun zoon of dochter,’ weet Verbraak. ‘We zien hoe blij de kinderen ervan worden. We voelen wel de noodzaak een apart aanbod voor hen te ontwikkelen, anders kloppen de onderwerpen niet waarover zij volgens het programma van het reguliere Taalcafé in gesprek zouden moeten gaan.’
De ontwikkeling van een Taalhuis voor jongeren is in Vlaardingen extra welkom. ‘In ons werkgebied is het percentage laaggeletterden enorm. De kansen voor kinderen in een laagtaalvaardig gezin zijn al zoveel kleiner. Daardoor lopen ze zoveel kansen mis. Laat lezen niet aan het toeval over, zeg ik altijd. Taal is het cement van de samenleving: door ze dat bij te brengen, bieden we jongeren zoveel kansen.’
Na de opening hopen ze snel van start te kunnen gaan. ‘We zijn nu druk bezig met het werven van vrijwilligers en het opzetten van een training, gebaseerd op die van het Taalhuis voor volwassenen. Van logo tot naam: we hebben nog een hoop te doen voordat we open kunnen. We gaan eerst van start met een kleine groep, met een vrijwilliger of tien en evenveel jongeren, maar we hopen snel te groeien. We moeten vooral de kwaliteit niet uit het oog verliezen.’
Ook andere bibliotheekorganisaties hebben al interesse getoond. ‘Bij de werkgroepen van Probiblio waar wij aansluiten, zien we het enthousiasme van onze collega’s in Noord- en Zuid-Holland. Na een eerste proefperiode gaan we ook bedrijven bij het project betrekken: misschien willen die ook hun steentje bijdragen, bijvoorbeeld financieel. Ook voor hen is zo’n Taalhuis voor jongeren winst: daardoor groeit de groep potentiële stagiairs en medewerkers.’
Het doel van het Taalhuis voor jongeren is niet alleen om een plek te zijn waar de doelgroep hulp kan krijgen bij talige zaken. ‘We willen ook een regiefunctie bieden in het aanbod, dat enorm versnipperd is. Als jongeren vragen hebben, willen we ze goed kunnen doorsturen. Dat is hard nodig: een gebrekkige taalvaardigheid is vaak onderdeel van multiproblematiek. Wij willen de spin in het web worden, zodat we jongeren een betere toekomst kunnen geven.’
Reacties