Ga door naar hoofdcontent
Interviews‘Meer aandacht voor gezamenlijkheid van onze bibliotheekcultuur’ – in gesprek met Fons Steggink
Interview met directeur BiblioNu

‘Meer aandacht voor gezamenlijkheid van onze bibliotheekcultuur’ – in gesprek met Fons Steggink

Woensdag 26 augustus 2020Afbeelding ‘Meer aandacht voor gezamenlijkheid van onze bibliotheekcultuur’ – in gesprek met Fons Steggink

Hoe voeren bibliotheken hun taken uit in het gebied waarin en waarvoor zij werkzaam zijn? Bij welke kernfuncties liggen hun kansen en hun uitdagingen? En hoe zouden we het bibliotheekveld nog beter kunnen inrichten om die functies optimaal te vervullen? In deze serie interviews nodigt Anne van den Dool (KB) bibliotheekdirecteuren uit met een frisse blik te kijken naar de sector en haar taken.

Stad en land

BiblioNu zit midden in de transitie van klassieke uitleenbibliotheek naar maatschappelijke bibliotheek, legt directeur Fons Steggink uit. Sinds 1 februari staat hij aan het roer van de bibliotheekorganisatie, die werkzaam is in de gemeenten Venray en Horst aan de Maas. Het wijduitgestrekte gebied is goed voor ruim 85 duizend inwoners.

Die twee gemeenten kennen grote onderlinge verschillen. Waar Venray eerder gekenmerkt kan worden als een bibliotheek met stedelijke uitdagingen, vragen de zestien dorpskernen van Horst aan de Maas, de grootste gemeente van Limburg, om een andere aanpak. Zij worden met name bediend via de Bibliotheekop school (dBos), die in negentien scholen in het werkgebied wordt uitgevoerd.

Ondanks de enorme oppervlakte die BiblioNu beslaat en de uitdagingen die daarbij komen kijken, behoort de organisatie tot de minst gesubsidieerde bibliotheken van Nederland. Daardoor moeten duidelijke keuzes worden gemaakt, legt Steggink uit. ‘We moeten goed nadenken over hoe we alle inwoners van zo’n uitgestrekt gebied het beste kunnen bereiken. Er komen hier verschillende culturen bij elkaar. Zo is Venray, hoewel het in Limburg ligt, toch meer op Brabant gericht. Terwijl de rest van ons werkgebied, onder de rivier, zich veel Limburgser voelt.’

Bibliotheek als professional

Voor beide gemeenten geldt gelukkig dat de relatie goed en intensief is, ziet Steggink. ‘Sinds mijn aanstelling ben ik in het gesprek met de twee gemeenten zo transparant mogelijk geweest, om zo goed mogelijk te kunnen onderzoeken waar de balans ligt tussen kwalitatief bibliotheekwerk enerzijds en de gemeentelijke visie en begroting anderzijds. Dit proces verloopt mijns inziens voortvarend en in alle openheid. We willen echt samen bouwen aan een mooie bibliotheek, binnen de financiële mogelijkheden.’

Daarbij mogen gemeenten natuurlijk hun wensen uiten, maar is het aan de bibliotheek om duidelijk te maken welke exacte invulling die wensen kunnen krijgen. Steggink: ‘Wij zijn de professionals. Wij weten welke middelen we tot onze beschikking hebben om vorm te geven aan de gemeentelijke wensen.’

Want er kan nog worden doorgebouwd. ‘Onze organisatie heeft nog het een en ander in te halen, mede vanwege de beperkte financiering,’ legt Steggink uit. ‘Zo zouden we dolgraag het aantal scholen met de Bibliotheekop school uitbreiden. Verder werken we aan het verhogen van de kwaliteit van onze service. De keuze of we binnenkort ook actief zullen zijn voor het voortgezet onderwijs in onze regio is een onderwerp van gesprek. Die bal ligt nu bij de gemeenten. We kunnen niet alles doen voor de subsidie die we krijgen. Daarom moeten we keuzes maken en focus aanbrengen.’

Verder heeft Steggink respect voor het feit dat het team van BiblioNu met zo weinig financiële middelen bijna alles weet aan te bieden wat landelijk op bibliotheekgebied mogelijk is. ‘We zijn sterk afhankelijk van de keuzes die de gemeenten het komende halfjaar gaan maken,’ weet Steggink. ‘Die bepalen of we ons aanbod verder kunnen ontwikkelen of dat we weer moeten afslanken.’

Productenboek

Het gesprek met de gemeenten gaat momenteel vooral over het productenboek voor 2021 dat Steggink gecreëerd heeft. ‘We hebben per product een kostprijs berekend, om te laten zien dat de gemeenten voor het subsidiebedrag dat ze beschikbaar willen stellen nu eenmaal niet alles kunnen krijgen wat ze willen. Dat bewustzijn is inmiddels geland. We zitten nu in de fase dat we keuzes moeten maken – een intensief proces met beleidsmedewerkers van verschillende afdelingen van de gemeenten. Ook proberen we gemeenten er bewust van te maken dat de financiering uit verschillende potjes kan komen, zoals onderwijs, cultuur en participatie. Dat vraagt om samenwerking tussen de beleidsmedewerkers. Het stemt positief dat ik zie dat de gemeente dit intern zo snel oppakt. De lijntjes zijn kort. Ik heb er alle vertrouwen in dat de huidige gesprekken tot iets moois gaan leiden.’

Ook de beeldvorming blijft een belangrijk punt van aandacht. ‘Niet al onze vestigingen ogen even aantrekkelijk. Visueel voert onze warenhuisfunctie nog de boventoon. Gelukkig hebben we twee verhuizingen in het vooruitzicht, waardoor ik er alle vertrouwen in heb dat we het beeld van burgers en bezoekers kunnen laten kantelen. Ik wil van de bibliotheek een plek maken waar mensen langere tijd willen verblijven en zich kunnen ontwikkelen op een manier die het midden houdt tussen zelfredzaamheid en zelfontplooiing. Bezoekers moeten bij ons kennis kunnen komen halen én komen brengen. Ook vind ik dat in een bibliotheek altijd iets te doen moet zijn. Als het nu tropisch warm is of regent, als ouder en kind moet je denken: ik ga naar de bieb.’

Samenwerking

Niet alleen de gemeente is een belangrijke samenwerkingspartner: ook andere bibliotheken krijgen aandacht. ‘We zijn nu met de bibliotheek Venlo en de bibliotheek Maas en Peel aan het kijken of we kunnen samenwerken in ons aanbod rondom de Bibliotheekop school,’ legt Steggink uit. ‘Ons doel is om in de hele regio Noord-Limburg dezelfde kwaliteit neer te zetten en de Bibliotheekop school één gezicht te geven. Nu worden nog te veel verschillende werkwijzen gehanteerd, met andere services en prijzen. Wanneer we meer één lijn trekken, kunnen we ook gemakkelijker producten, best practices en personeel uitwisselen. Dat kan alleen maar winst opleveren, met name voor de leerlingen.’

Ook op het gebied van de ontmoetingsfunctie van BiblioNu valt nog veel te winnen. ‘We zetten de eerste stappen,’ vertelt Steggink trots. ‘Zo komt binnenkort taalkenner Wim Daniels langs in Venray voor een lezing. We zijn aan het leren hoe we deze functie succesvol kunnen invullen.’

Steggink voelt zich in dit proces gesterkt door de overkoepelende organisaties binnen het bibliotheekveld. Toch ziet hij ruimte voor een efficiëntieslag. ‘Ik denk dat het financieel gezien efficiënter zou werken als alle POI’s zouden fuseren in één organisatie, waardoor onderdelen als marketing, ict en andere vormen van bedrijfsvoering overkoepelend kunnen worden neergezet. Of dat haalbaar is weet ik niet, maar ik merk dat ik het lastig vind aan iemand van buiten de bibliotheekbranche uit te leggen hoe ons landschap in elkaar zit. We moeten blijven reflecteren op de vraag of dit de meest efficiënte inrichting is, en daarmee de beste besteding van belastinggeld. Ook vraag ik me af of de bibliotheekbranche op deze manier de meeste impact maakt. Ik zie meer in regionale divisies van één POI – een transitie waarin SPN een grote rol zou kunnen hebben. Zo kunnen we extra aandacht hebben voor de gezamenlijkheid van onze bibliotheekcultuur.’

Afbeelding voor Anne van den Dool

Anne van den Dool

Anne van den Dool is onder andere onderzoeksredacteur bij de KB. Voor meer informatie ga naar annevandendool.nl.

Reacties

    Plaats een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.Vereiste velden zijn gemarkeerd met *