Anne van den Dool
Anne van den Dool is onder andere onderzoeksredacteur bij de KB. Voor meer informatie ga naar annevandendool.nl.
Hoe voeren bibliotheken hun taken uit in het gebied waarin en waarvoor zij werkzaam zijn? Bij welke kernfuncties liggen hun kansen en hun uitdagingen? En hoe zouden we het bibliotheekveld nog beter kunnen inrichten om die functies optimaal te vervullen? In deze serie interviews nodigt Anne van den Dool (KB) bibliotheekdirecteuren uit met een frisse blik te kijken naar de sector en haar taken.
Op 10 augustus 2020 begon Raquel García Hermida-van der Walle aan haar nieuwe functie als directeur van de Bibliotheek – De Verhalenwerf van het Drentse Hoogeveen. In die krappe twee maanden heeft ze een ‘steile leercurve’ doorgemaakt, zoals ze het zelf beschrijft. ‘Er gebeurt van alles in Hoogeveen. Zowel intern als extern zijn er grote uitdagingen.’
Een van die uitdagingen is het gemeentelijk bestuur, dat in de zomer uit elkaar viel. ‘Een rapport over de financiële situatie liet grote tekorten zien. Daardoor ontstond een grote behoefte aan hervormingen en bezuinigingen.’
Natuurlijk zetten zulke gemeentelijke tekorten ook de bibliotheek onder druk, realiseert García Hermida-van der Walle zich. ‘Net als andere culturele instellingen is dit voor ons niet het moment om onze hand op te houden. De komst van het coronavirus heeft die situatie uiteraard nog verder bemoeilijkt.’
En dat terwijl de Bibliotheek Hoogeveen forse stappen aan het zetten is: eind 2018 won de bibliotheek de prijs van de Rijnbrinkgroep voor best presterende bibliotheek van Nederland. Die is gebaseerd op het percentage van de inwoners dat lid is van de bibliotheek, het aantal uitleningen per lid, het aantal bezoeken per inwoner en met name het aantal activiteiten per duizend inwoners. ‘Ook wij willen die transitie naar de cultureel-maatschappelijke bibliotheek nog verder vormgeven. Daarom werd na een periode van interim-directeuren gezocht naar iemand die de organisatie in rustiger vaarwater kon leiden.’
Waar veel andere bibliotheken in die transitie steeds meer taken op zich nemen, pleit García Hermida-van der Walle juist voor het maken van keuzes. ‘Ik kom uit de non-profit branche en zie hoe hoog de werkdruk in de bibliotheeksector is. Van mijn werk voor onder andere Stichting AAP weet ik hoe verleidelijk het kan zijn jezelf voorbij te lopen wanneer je intrinsieke motivatie voor het doel van de organisatie waarvoor je werkt zo groot is. Dat is daarom een van de grootste uitdagingen van de bibliotheek: meer duidelijkheid scheppen in onze kaders en prioriteiten, zodat we onze identiteit succesvol kunnen vormgeven.’
Voor de Bibliotheek Hoogeveen ligt daarom de nadruk op de bestrijding van laaggeletterdheid, een probleem waarmee de provincie Drenthe als geheel te kampen heeft, maar dat in deze gemeente nog eens extra speelt. ‘Daarbij gaat het niet alleen om inwoners met Nederlands als tweede taal, maar ook om mensen voor wie Nederlands de eerste taal is,’ licht García Hermida-van der Walle toe. ‘Daarnaast is de intergenerationele problematiek in dit gebied heel groot: problemen als armoede worden binnen families van generatie op generatie overgedragen. Sommige gezinnen zitten al vier generaties lang in de bijstand. In Hoogeveen heerst een grote kansenongelijkheid.’
García Hermida-van der Walle ziet het niet alleen als de taak van de gemeente, maar ook als die van de bibliotheek om die verschillen terug te dringen. ‘Natuurlijk zijn alle kernfuncties die ons landelijk zijn meegegeven belangrijk, maar ik zou zeggen: luister vooral naar waar de gemeenschap om vraagt. Wij geloven dat Hoogeveners zich eigenaar moeten voelen van wat in de bibliotheek gebeurt: wat daar gebeurt is in het optimale geval van, voor en met hen gecreëerd. Zo willen we hen trots laten zijn op wat Hoogeveen is en kan zijn.’
Dat is met name onder jongeren nog niet altijd het geval, weet García Hermida-van der Walle. ‘Uit gesprekken met deze doelgroep en ervaringen van partners weten we dat onder de jeugd het idee heerst dat in Hoogeveen niets te doen is. Dat tij willen we keren.’
García Hermida-van der Walle ziet ook grote meerwaarde in de verbinding van veel van haar collega’s met Hoogeveen: een aantal zijn daar geboren en getogen, anderen wonen en werken decennia in de stad. ‘Samen met onze vrijwilligers helpen zij mij de inwoners van Hoogeveen beter te begrijpen. In de bibliotheek is ook ruimte voor hen om hun verhalen te vertellen. Zij vormen een mooie afspiegeling van de Hoogeveense maatschappij.’
In de zoektocht naar een inclusiever Hoogeveen beschouwt de kersverse directeur de gemeente als een belangrijke strategische partner. ‘We proberen onze plannen zoveel mogelijk gelijk te laten lopen met die van de gemeente. Niet alleen omdat die onze belangrijkste subsidieverstrekker is, maar ook omdat we op die manier grip houden op wat in de lokale samenleving speelt. We houden de lijntjes kort.’
Dat geldt ook voor de band met het onderwijs. García Hermida-van der Walle: ‘Hoogeveen kent één bibliotheekvestiging. Daarnaast hebben bijna alle scholen in het werkgebied een Bibliotheek op school. Zij vormen een belangrijke spil in ons spreidingsbeleid. Ook activiteiten in de wijken dragen daar aan bij.’
Bij de organisatie van al deze zaken vraagt de Hoogeveense directeur zich af hoe de bibliotheek de kwaliteit van leven van haar werkgebied zo hoog mogelijk kan laten zijn. ‘Hoe kunnen we van zo groot mogelijke betekenis zijn binnen de wettelijke kaders die ons zijn meegegeven met onze lokale context in het achterhoofd? Die vraag stel ik mijzelf steeds weer. Het antwoord is: dat kunnen we niet alleen. Ook in de subsidiëring van de bibliotheek zou ik graag meer spreiding zien: we vallen onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar onze functie gaat veel verder. Dat is niet alleen een belangrijke realisatie voor onze financiering, maar ook voor ons beeld richting bewoners. Om het hoofd boven water te kunnen houden, zullen we ons de komende jaren anders moeten profileren.’
García Hermida-van der Walle merkte het toen ze aan vrienden en familie vertelde dat ze directeur van een bibliotheek werd: stuk voor stuk reageerden ze verrast. ‘In hun gedachten vervulde de bibliotheek alleen nog haar klassieke uitleenfunctie. Pas toen ik hen wees op al onze maatschappelijke functies, viel het kwartje. Enerzijds heeft het simpelweg tijd nodig om dat beeld te laten indalen in de maatschappij; anderzijds kunnen we als sector wel van alles doen om dat proces te versnellen. We moeten zowel in lokale als landelijke media ons gezicht laten zien. Jongeren moeten worden benaderd via de media waarvan zij gebruikmaken. De juiste communicatie is belangrijker dan ooit.’
García Hermida-van der Walle is daarbij dankbaar voor het landelijke én provinciale netwerk dat zij in de eerste maanden van haar directeurschap heeft ontdekt. ‘Dankzij de POI kunnen wij ons ook richting de politiek bundelen tot de bibliotheken van Drenthe. Dat geeft ons een veel sterkere positie. Van mijn werk voor stichtingen heb ik geleerd: in je eentje ga je harder, maar samen kom je verder.’
Ook denkt García Hermida-van der Walle dat de bibliotheeksector nog beter kan leren impactdenken. ‘De non-profitsector heeft de afgelopen tien jaar grote stappen gezet in het beantwoord krijgen van de vraag: wat doet een organisatie met iedere euro die een donateur geeft? Bibliotheken mogen die benadering van mij gerust een beetje overnemen. Alles is leuk en interessant, maar wat levert het op voor onze strategische doelen? Alles wat we doen, moet daaraan een bijdrage leveren. Daar mogen we best kritischer naar kijken.’
Daarnaast kijkt García Hermida-van der Walle soms met verbazing naar de immense bibliotheekgebouwen die de afgelopen jaren zijn verrezen. ‘Ik vind het prachtig om te zien hoe in deze panden de collecties van bibliotheken op een mooiere manier kunnen worden gepresenteerd. Toch vraag ik me soms af of deze gebouwen wel optimaal zijn afgestemd op de behoeften van hun bezoekers. Dat geldt net zo goed voor de programmering: organiseer een activiteit niet omdat die bij een kernfunctie past, maar omdat bewoners er oren naar hebben.’
De bibliotheek bestaat niet in een vacuüm, concludeert García Hermida-van der Walle. ‘We zijn niet alleen afhankelijk van de maatschappij, maar ook van onze partners. We moeten verder kijken dan onze eigen deuren. Hoogeveen kent bijvoorbeeld een grote religieuze gemeenschap. Dankzij contacten binnen de kerken kunnen we ook deze doelgroepen bereiken. Ik wil deze mensen graag een reden geven om naar de bibliotheek te komen.’
Reacties