Kennismaken met de nieuwe voorzitter: Cees van Eijk
Maandag 5 juni 2023De VOB heeft een nieuwe voorzitter. De komende twee jaar is Cees van Eijk, in zijn eigen woorden, ‘het oliemannetje’ dat de verbindingen tussen de variatie aan bibliotheken in Nederland zo soepel mogelijk laat lopen, en dat tevens de gesprekspartner vormt in de lobby richting Den Haag.
Op donderdag 1 juni 2023 was het zover: toen werd tijdens de algemene ledenvergadering de nieuwe voorzitter van de VOB geïnstalleerd. Cees van Eijk werd ‘met applaus onthaald’, vertelt hij tevreden. In Huis73 in Den Bosch werd hij meteen onderworpen aan een serie speeddates met bestuurders en directeuren van bibliotheken uit het hele land.
Van Eijk is geboren en getogen in Utrecht, waar het hoofdkantoor van de VOB te vinden is. Hij komt oorspronkelijk niet uit de bibliotheekbranche, maar kreeg tijdens zijn loopbaan als bestuurder in de lokale politiek wel veel met de sector te maken. Van 2006 tot 2009 was hij wethouder Welzijn, Cultuur en Diversiteit in zijn geboortestad; de afgelopen jaren vervulde hij die functie in Amersfoort, op onderwerpen als sociale zekerheid, diversiteit en integratie, onderwijs, milieu en duurzaamheid en jeugdzorg.
Bekende onderwerpen
Hoewel de bibliotheek nooit binnen zijn portefeuille viel, hield hij zich wel bezig met de maatschappelijke opgaven waaronder ook de bibliotheeksector de schouders zet, zoals een leven lang ontwikkelen, inburgering en integratie en digitalisering. ‘De bibliotheek is op elk van die onderwerpen een ontzettend belangrijke partner,’ vindt Van Eijk. ‘Ik heb de afgelopen jaren gezien welke bewondering in de politiek heerst voor de bibliotheek en hoe belangrijk die wordt gevonden. Zowel in Amersfoort als in Utrecht is een heftige strijd gevoerd om de komst van een nieuwe centrale bibliotheekvestiging; er heeft sommige wethouders zelfs hun positie gekost.’
Ook zag Van Eijk dat de bibliotheek de afgelopen jaren een ware revival doormaakte. ‘De bieb is getransformeerd van een uitvoeringsorganisatie waar je alleen boeken kunt lenen tot een uiterst relevante maatschappelijke instelling. Dat heb ik ook gezien toen ik me als wethouder in VNG-verband bezighield met onder andere inburgeringswetgeving: ook daar is de bibliotheek een relevante speler in.’
Na de vorige verkiezingen vond Van Eijk het wel mooi geweest in de lokale politiek: hij wilde meer grip krijgen op zijn agenda. Sindsdien is hij toezichthouder in verschillende raden van toezicht, op het gebied van jeugdzorg, culturele sector en allerhande fondsen. En sinds 1 juni mag hij zich dus ook voorzitter van de VOB noemen.
Wat houdt die functie precies in? ‘Ik sta aan het hoofd van een stevig bestuur, waarin allerlei verschillende bibliotheken vertegenwoordigd zijn. Die constructie staat al als een huis, dus de komende jaren zal ik me vooral richten op het verenigingsleven. Als een oliemannetje hoop ik te zorgen voor een nog soepelere samenwerking tussen onze leden, bijvoorbeeld in onze werkgroepen. Ook wil ik me inzetten voor een sterke positionering richting partners rondom onze maatschappelijke opgaven. Op die manier hopen we het werk voor lokale bibliotheken te verlichten en de lobby richting Den Haag stevig neer te zetten.’
Relevante bagage
Daarbij opereert Van Eijk uiteraard in nauwe samenwerking met het bureau van de VOB, dat de uitvoerende werkzaamheden verzorgt. ‘Zonder hun werk en dat van het bestuur ben ik nergens. Onze leden zorgen ervoor dat we weten wat er op lokaal niveau speelt. Daardoor wordt de VOB door de hele sector gedragen.’
Van Eijk beseft hoe hard de afgelopen jaren gewerkt is om de organisatie soepeler te laten lopen. ‘Ik spring op een rijdende trein, hopend dat ik de bagage die ik meeneem goed kan benutten: mijn bestuurlijke ervaring, maar ook mijn kennis van het communicatievak, waarin ik eerder een eigen bureau had. Daarnaast staan er natuurlijk al allerlei zaken op de agenda, zoals de betere inbedding van de Netwerkagenda, maar ook de SPUK-regeling en de zorgplicht die eraan komt. Ik ben een dienstbare voorzitter: ik zet me in voor de zaken die onze leden belangrijk vinden.’
Van Eijk is nu al onder de indruk van de hoeveelheid energie die in de bibliotheeksector te vinden is. ‘Iedere organisatie heeft eigen uitdagingen – onder meer op het gebied van huisvesting, financiën en personeel – en toch gaat iedereen ervoor. Gelukkig staat de politieke wind de goede kant op: de bibliotheek staat in positief daglicht, en dat willen we graag zo houden. Ik maak graag de komende tijd kennis met onze leden om te zien hoe we dat het beste kunnen doen.’
Reacties