Ga door naar hoofdcontent
InterviewsVitaliteit essentieel voor goed werkgeverschap

Vitaliteit essentieel voor goed werkgeverschap

Donderdag 8 augustus 2024

Fysiek en mentaal goed in je vel

Eind vorig jaar is het referentiekader Goed en aantrekkelijk werkgeverschap opgesteld door de VOB. Een van de onderdelen van zulk werkgeverschap is vitaliteit. Hoe zorg je ervoor dat dat in jouw bibliotheekorganisatie goed zit? Fabienne Mokken, HR-adviseur bij Probiblio, stond KopGroep Bibliotheken bij in dit proces.

Fabienne Mokken

Velen zullen denken dat het met de vitaliteit in bibliotheekorganisaties wel goed zit: veel medewerkers zijn vol passie over hun werk. Toch komt bij een vitale werkomgeving een stuk meer kijken, benadrukt Fabienne Mokken. Vanuit haar rol als HR-adviseur bij Probiblio ontwikkelde zij een kapstok voor bibliotheken om met dit onderwerp aan de slag te gaan.

Vitaliteit bestaat uit verschillende soorten welzijn, legt Mokken uit: mentaal welzijn, maar ook fysiek en sociaal-emotioneel welzijn, alsmede zingeving en een prettige werkomgeving. ‘Wanneer dat goed zit, voel je je energiek, ben je gemotiveerd om doelen te stellen en ervaar je veerkracht om met tegenslagen om te gaan.’

Daarvoor is een prettige werkcultuur essentieel. Het opstellen van een vitaliteitsbeleid helpt om dat voor elkaar te krijgen, ervoer Desiree van Ham, HR-adviseur bij KopGroep Bibliotheken. ‘Wij wilden ons graag door Probiblio in dit proces laten begeleiden. Wij vinden een open cultuur belangrijk: je moet af en toe ook een baaldag kunnen hebben. We willen uitval zoveel mogelijk voorkomen, bijvoorbeeld door een luisterend oor te bieden.’

Gedeelde verantwoordelijkheid

Zo’n vitale werkomgeving is een mooi voorbeeld van amplitie, legt Mokken uit. ‘Kort gezegd gaat amplitie over het versterken van al je werknemers. Veel mensen denken aan de termen preventie en curatie: voorkomen en genezen. Daar zit echter nog een stap voor: het sterk en weerbaar maken van al je werknemers, zodat de kans op uitval wordt verkleind. Dat doe je bijvoorbeeld door open met elkaar te praten over hoe het met je gaat en wat je nodig hebt.’

Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer, benadrukt Mokken. Daarom richtte ze het vitaliteitstraject met KopGroep Bibliotheken zo democratisch mogelijk in. Na een gezamenlijke kick-off gingen medewerkers uiteen in werkgroepen, die ieder een bijdrage leverden aan het nieuwe beleid. ‘Werkgevers zetten nogal eens in op snelle interventies, zoals een sportschoolabonnement of fruitmand in de kantine. Zulke maatregelen hebben echter alleen effect binnen de juiste cultuur.’

Desiree van Ham

Belang van ambassadeurs

Ook met minder middelen kun je op vitaliteitsvlak een hoop bewerkstelligen, is Mokkens overtuiging. ‘Moedig elkaar aan de trap te nemen en maak collega’s ervan bewust hoe ze hun stoel en bureau goed kunnen instellen. Ook workshops, bijvoorbeeld over werken in de overgang, kunnen helpen.’

Niet iedere medewerker hoeft met alle vormen van vitaliteit aan de slag, ziet ook Van Ham. ‘Als je als frontofficemedewerker al de hele dag aan het rennen bent, hoef je niet ook nog eens een rondje te lopen in de pauze. Uiteindelijk draait het voor iedereen om het bewaken van de balans. Die boodschap moet niet alleen vanuit de HR-afdeling komen, maar het liefst ook vanuit de directie en de medewerkers zelf. Daarom zijn ambassadeurs zo belangrijk.’

Altijd in beweging

Hoe kunnen bibliotheken zelf aan de slag met vitaliteit in hun organisatie? Mokken: ‘Het zit in alles wat je doet: van een praatje bij de koffieautomaat tot reguliere gesprekken met je leidinggevende over hoe het met je gaat. Neem bijvoorbeeld werknemers die een hoge werkdruk ervaren. Het is belangrijk om te onderzoeken waardoor dat komt. Soms gaat het niet zozeer om de hoeveelheid werk, maar om onduidelijkheden in het takenpakket. Met name in kleinere bibliotheekorganisaties, waarin werknemers veel verschillende taken op zich nemen, is dat risico aanwezig.’

Juist in zulke organisaties is het belangrijk werknemers te laten stilstaan bij de vraag waarvan ze meer en minder energie krijgen. ‘Van welk deel van je werk word je blij en waar ben je goed in? Een workshop of goed gesprek helpt om daarbij stil te staan. Wellicht kunnen we iemand zelfs een ander takenpakket aanbieden.’

Vitaliteitsbeleid blijft altijd in beweging, benadrukt Van Ham. ‘We blijven onze werkwijze continu aanscherpen. Het is prettig dat we Probiblio altijd bij onze plannen kunnen betrekken. We hopen dat dit onderwerp de komende jaren nog meer ruimte krijgt in onze branche.’