Anne van den Dool
Anne van den Dool is onder andere onderzoeksredacteur bij de KB. Voor meer informatie ga naar annevandendool.nl.
Hoe voeren bibliotheken hun taken uit in het gebied waarin en waarvoor zij werkzaam zijn? Bij welke kernfuncties liggen hun kansen en hun uitdagingen? En hoe zouden we het bibliotheekveld nog beter kunnen inrichten om die functies optimaal te vervullen? In deze serie interviews nodigt Anne van den Dool (KB) bibliotheekdirecteuren uit met een frisse blik te kijken naar de sector en haar taken.
Op het moment dat ik met Rixt Heegsma, kersverse directeur van de Bibliotheken Mar en Fean, spreek, heeft ze nog maar acht werkweken achter de rug. ‘Ik kan dus nog niet alles vertellen over de organisatie’, legt ze uit. ‘Maar ik kan zeker de visie en ambities met je delen die ik bij de instap in deze organisatie heb gehad.’
Heegsma kende de bibliotheekbranche al vanuit haar functie als voorzitter van de Raad van Toezicht van de FlevoMeer Bibliotheek, waarvan ze ruim zeven jaar onderdeel uitmaakte. Nu staat ze aan het hoofd van de bibliotheekorganisatie die waakt over de gemeenten De Fryske Marren, Heerenveen en Súdwest-Fryslân. Die laatste is qua oppervlakte een van de grootste gemeenten van Nederland en laat zich, net als de rest van Fryslân, typeren als een weids landschap met veel water.
Heegsma’s werkgebied is op en top Fries. ‘De Fryske cultuur en identiteit ligt aan het hart van deze streek,’ vertelt ze. ‘Hier wordt veel Fries gesproken – niet alleen op straat, maar ook in cultuuruitingen, zoals in theaterproducties en liedjes. Ik kom zelf ook van oorsprong uit Fryslân, dus ik begrijp de liefde voor de provincie. Die vindt natuurlijk ook zijn weerslag in ons bibliotheekprogramma, met Friestalige activiteiten en collecties.’
De Bibliotheken Mar en Fean kennen twaalf vestigingen – hoewel: in de zomermaanden zijn het er dertien. Dan is op het strand van Makkum een strandbieb te vinden, in een tent waar iedereen die op het strand vertoeft een boek mag uitzoeken. ‘Onze strandbieb kan altijd weer op veel aandacht van lokale media rekenen,’ weet Heegsma. ‘Veel strandbiebs-bibliotheken hebben de afgelopen jaren het loodje gelegd; de onze is een van de last ones standing. Dat hebben we mede te danken aan de steun van Makkumse bedrijven en de gemeente Súdwest-Fryslân, die de strandbieb een warm hart toedragen.’
De Friese bibliotheken hebben naast de vijf functies van de Wsob een extra kerntaak: de bevordering van de Fryske taal en cultuur. ‘Zelfs op de vloer stimuleren we het gebruik van het Frysk’, aldus Heegsma. ‘We hebben ook medewerkers die geen Frysk spreken, maar dubbeltaligheid heeft onze voorkeur. We merken hoeveel sneller je in die taal contact maakt met de lokale bevolking. Mijn inwerkproces vond ook half in het Nederlands en half in het Frysk plaats.’
Heegsma ziet de kansen en de uitdagingen van die tweetaligheid. ‘Uit onderzoeken blijkt dat wie opgroeit met twee talen gemakkelijker een derde taal aanleert. Ook schijnt het op latere leeftijd te helpen tegen dementie. Tegelijkertijd zien we dat in ons werkgebied een relatief groot deel van de bevolking een taalachterstand heeft. Veel Friezen spreken hun taal goed, maar het lezen en schrijven blijft achter. Daarin moeten wij als bibliotheken investeren. Daarnaast kan taal een bindmiddel zijn, maar ook een drempel: als je onderdeel wilt worden van de gemeenschap, helpt het om de taal te spreken.’
Toen Heegsma op 1 juni binnenkwam, was ze verrast over de goede relatie met de gemeente. ‘Wethouders en ambtenaren zijn echt fan van de bibliotheek. Ik kreeg meteen een grote bos bloemen van de wethouder en de uitnodiging eens te komen praten. Met name de cultuurambtenaren denken mee.’
En het blijft niet bij denken en praten: de gemeenten zien welke belangrijke rol voor de bibliotheek is weggelegd in het maatschappelijke domein. ‘Het laaggeletterdheidsbeleid in Súdwest-Fryslân richt zich bijvoorbeeld niet alleen op statushouders, maar op iedereen die dat wil en nodig heeft,’ weet Heegsma. ‘De taallessen die in de bibliotheek worden gegeven, worden dan ook door de gemeente gefinancierd.’
Heegsma weet dat ze op een relatief gunstig moment instapt. ‘Voor mijn voorgangster was dat anders: zij heeft bezuiniging op bezuiniging moeten verwerken. De afgelopen jaren is er iets meer stabiliteit ontstaan. De coronacrisis heeft die natuurlijk op losse schroeven gezet. Tegelijkertijd zie ik dat er ook andere potjes worden aangebroken om de bibliotheek draaiende te houden – niet alleen uit het cultuurdomein, maar ook in het sociale domein of vanuit projectfinanciering. Ik vind het heel mooi om te zien dat zelfs de gemeente die het het minst breed heeft, actief onderzoekt hoe we de begroting toch rond kunnen krijgen.’
Heegsma ziet dat dat voor veel van haar vestigingen een flinke kluif gaat worden: met name de kleinere vestigingen hebben maar weinig vet op de botten. ‘In veel van deze vestigingen wordt al met eenmansbezetting gewerkt. We kunnen het echt niet met minder toe.’
Heegsma is heel blij met het feit dat het debat met de lokale bevolking in haar werkgebied al zo actief gevoerd wordt. ‘Met de inwoners van Heerenveen is bijvoorbeeld al nagedacht over de herinvulling van het centrum. In een G1000 werd in gesprek gegaan met burgers, de gemeente en het bedrijfsleven om tot een gezamenlijke centrumvisie te komen. Daar kwam de wens naar voren dat de bibliotheek een andere plek moest krijgen en meer een centrale ontmoetingsplaats moest worden. Daar geven we natuurlijk maar al te graag gehoor aan – het liefst in co-creatie met de bevolking. Heerenveen kan daarin als voorbeeld dienen voor onze andere vestigingen: het liefst zou ik zo’n traject starten op iedere plek waar we gevestigd zijn.’
Heegsma gaat graag waarderend-onderzoekend te werk. ‘Ik kijk waar de energie zit,’ legt ze uit. ‘Ik breng in kaart welke mensen en partijen nodig zijn om een nieuwe bibliotheek te creëren die beantwoordt aan de behoefte van de bevolking. Ook kijk ik: wat is er al? Welke bestaande communities kunnen we bedienen? En: wie willen we als bibliotheek zijn? Samen met de gemeenten, inwoners en organisaties geven we het antwoord op die vragen vorm.’
Bij dat proces voelt Heegsma zich gesterkt door POI Fers. ‘Zij hebben mij geholpen het grotere plaatje te zien van de transitie waarin we als bibliotheeksector zitten, ook op Europees niveau. Daar passen mijn wensen perfect in.’
Reacties