De bibliotheekwet, voluit Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), is op 1 januari 2015 van kracht geworden. De Wsob geeft het kader waarbinnen het bibliotheekwerk gedaan moet en kan worden. Op veel punten zijn de bewoordingen van de wet zo algemeen gesteld dat het meer doet denken aan een beleidsdocument dan een juridische tekst.
De openbare bibliotheek als publieke voorziening
De wet stelt opnieuw vast wat het doel is van de openbare bibliotheek, namelijk het geven van publieke toegang tot informatie en cultuur. Het noemen van het publieke karakter lijkt overbodig, maar het geeft aan dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen de openbare bibliotheken en niet-publieke partijen. Dit publieke karakter krijgt vorm in de waarden die de openbare bibliotheek heeft en die dus ook in de wet zijn opgenomen: betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, authenticiteit, pluriformiteit en toegankelijkheid.
De vijf functies van de openbare bibliotheek
In de wet wordt geformuleerd welke vijf functies die een openbare bibliotheekorganisatie heeft:
- Kennis en informatie ter beschikking stellen
- Ontwikkeling en educatie bieden
- Lezen bevorderen en het laten kennismaken met literatuur
- Ontmoeting en debat organiseren
- Kennis laten maken met kunst en cultuur
De eerste functie is eigenlijk de klassieke uitleenfunctie, terwijl de andere functies gaan over het gebruiken van de collectie en de in de bibliotheek aanwezige expertise voor maatschappelijke doelen zoals leesbevordering, de aanpak van laaggeletterdheid en het informeren van burgers.
Fysiek en digitaal
In het Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer van 10 oktober 2014 stelt de minister expliciet dat het vervullen van de vijf functies niet een vrijblijvende zaak is, een soort algemeen idee van wat een openbare bibliotheek zou moeten doen. Nee, het gaat om een wettelijke verplichting.
De vijf functies mogen zowel fysiek als digitaal geleverd worden, maar moeten alle vijf binnen de bibliotheekorganisatie aanwezig zijn. Dat betekent niet dat elke
afzonderlijke vestiging alle vijf functies hoeft uit te voeren, maar wel dat die vijf functies binnen die openbare bibliotheekorganisatie worden uitgevoerd, rekening houdend met wat er lokaal mogelijk en wenselijk is.
Als niet alle vijf functies worden uitgevoerd, is een instelling geen openbare bibliotheek in de zin van de wet, en kan zo’n bibliotheek uitgesloten worden van het netwerk.